woensdag 2 december 2009

Nieuws over controle van bumperkleven

Artikel stukken




Verslag campagne afstand houden

Doelgroep(en)
De doelgroep van de campagne bestaat uit het algemeen publiek van 18 jaar en ouder, maar met een nadruk op de specifieke doelgroep 'bestuurders die minstens één keer per maand een (vracht)auto of motorfiets besturen'.
Campagne
Er is gebruik gemaakt van hetzelfde concept als in 2003, dat binnen het meerjaren programma campagnes verkeersveiligheid (MPCV: 'veilig thuiskomen') valt. In de tv-spot wordt een gehaaste bruiloftfotograaf gevolgd die te pas en te onpas “één seconde” zegt. In de laatste scène (botsing) in de auto echter had hij beter niet één, maar twee seconden afstand kunnen houden. De campagneboodschap is: Houd voldoende afstand in het verkeer volgens de 'twee-secondenregel', wat vertaald is in de slogan '2 sec afstand'. Daar kun je mee thuiskomen.' In 2004 wordt in de communicatie-uitingen extra nadruk gelegd op de hoge boete die men riskeert bij het overtreden van de 2-secondenregel. De Postbus 51 campagne duurde 4 weken, van begin september tot begin oktober 2004. Het campagnebudget bedroeg € 325.000,- .
Media-inzet
In onderstaand overzicht is aangegeven wat de media-inzet van deze campagne is. Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen de Postbus 51 kanalen en de aanvullende media-inzet. Voor deze campagne is gebruik gemaakt van een basisroulement, daarnaast is aanvullend media ingezet in buitenreclame. De bereiksgegevens zoals hieronder weergegeven zijn gebaseerd op de doelgroep 13+, met uitzondering van radio (10+).

Communicatieve werking
Bereik
Zowel de herkenning (93%) als de herinnering (65%) van de campagne liggen bij het algemeen publiek ruim boven de benchmark. Onder bestuurders ligt het bereik ongeveer op hetzelfde niveau.
Waardering
Het algemeen publiek en de doelgroep bestuurders waarderen de campagne beiden met een 6,9. De campagne scoort nog steeds relatief hoog op met name de aspecten 'opvallend', 'spreekt me aan' en 'informatief'. Wel is het opvallend dat de waardering in het algemeen minder goed is dan in 2003 en dat de campagne nu lager scoort dan de benchmark op het aspect 'niet irritant'.
Boodschapoverdracht
De boodschappen 'dat je voldoende afstand moet houden in het verkeer' (73%) en 'dat je de 2-secondenregel moet gebruiken bij het bepalen van voldoende afstand' (67%) komen bij het algemeen publiek (en bij de doelgroep bestuurders) goed over.
Effecten
Kennis
Na afloop van de campagne is zowel de spontane als de geholpen bekendheid van de twee-secondenregel een stuk hoger dan voor de campagne. In de nameting noemen 64% (was 46%) van de doelgroep en 59% (was 43%) van het algemeen publiek spontaan de twee-secondenregel als manier om te bepalen of men voldoende afstand houdt in het verkeer. Geholpen kennen na de campagne 97% (was 91%) van de doelgroep en 94% (was 86%) van het algemeen publiek de regel. Hoewel de bekendheid van de 2-secondenregel is gestegen, weet men na de campagne niet beter hoe deze regel moet worden toegepast. Een verklaring hiervoor is dat de verschillende stappen niet in de campagne worden genoemd. De 2-secondenregel wordt zowel voor als na de campagne door ongeveer viervijfde van de bestuurders en het algemeen publiek neutraal tot zeer goed uitvoerbaar gevonden. Na afloop van de campagne denkt 11% van de bestuurders en 13% van het algemeen publiek dat de kans gepakt te worden na onvoldoende afstand houden in het verkeer, groot is. Voorafgaand aan de campagne lagen deze scores op een zelfde niveau (de campagne is er niet in geslaagd de gepercipieerde pakkans te vergroten).
Houding
Van de doelgroep bestuurders en van het algemeen publiek staan respectievelijk 92% en 91% positief tegenover afstand houden in het verkeer. Er zijn geen verschillen tussen de voor- en nameting. Over de twee-secondenregel is na afloop van de campagne zowel de doelgroep (65% versus 54%) als het algemeen publiek (63% versus 52%) positiever dan voor de campagne. Dit niveau is iets lager dan na de campagne van vorig jaar. Na de campagne zijn 87% van de doelgroep en 85% van het algemeen publiek zich ervan bewust dat zij een eigen bijdrage kunnen leveren aan de verkeersveiligheid. Voor beide groepen zijn geen verschillen tussen voor- en nameting waargenomen.
Gedrag(sintentie)
Na afloop van de campagne geven zowel bestuurders (84%) als het algemeen publiek (83%) beduidend vaker aan de 2-secondenregel wel eens toe te passen. Voorafgaand bedroeg dit percentage in beide groepen nog 64%. Ook ten opzichte van voorgaande jaren is een stijgende tendens te zien in het aantal mensen dat aangeeft de 2-secondenregel wel eens toe te passen.
Ten aanzien van het voorgenomen gedrag zien we ook een stijging: na de campagne zijn bestuurders (van 65% naar 80%) en het algemeen publiek (van 64% naar 79%) vaker van plan in de toekomst voldoende afstand te houden middels de 2-secondenregel dan voor de campagne. Ook hier zien we op lange termijn een stijgende tendens.
Hoewel men de 2 seconderegel vaker zegt toe te passen en men zich vaker voorneemt zich er aan te houden is uit gedragsmetingen niet gebleken dat er een daadwerkelijke verbetering heeft plaatsgevonden. Naar aanleiding van deze gedragsmetingen overweegt het ministerie van Verkeer en Waterstaat de thematiek van agressie in het verkeer, waar bumperkleven, een onderdeel van is, op een andere wijze te gaan invullen.

zondag 29 november 2009

Doelstelling, zenders en doelgroep

Aanleiding:

Wie is er schuldig bij bumperkleven?

Er is veel discussie over artikel 19(Het gebod dat de bestuurder in staat moet zijn het voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kan overzien en waarover deze vrij is) over bumperkleven, want deze is niet duidelijk. Volgens de rechtbank in Den bosch is de achterste persoon schuldig voor alles.

De rechtbank Den Bosch oordeelde in hoger beroep in een civiele zaak over een kop-staartbotsing die ontstond toen twee auto’s vanaf de afrit van een snelweg een voorrangsweg naderden. De eigenaar van de voorste auto was de eisende partij. De ervaringsregels brengen volgens de rechtbank met zich mee dat de achterligger erop bedacht moet zijn dat de motor van de voorste auto afslaat of dat de voorste auto uit voorzichtigheid (nogmaals) stilstaat.

‘In alle gevallen’ had M, de bestuurster van de achterste auto, volgens de rechtbank ‘op haar hoede moeten zijn; zij diende immers haar auto tot stilstand te kunnen brengen binnen de afstand tot de auto die voor haar reed. Zij heeft omdat zij onvoldoende defensief gereden heeft, aan die eis niet voldaan, en is daardoor aansprakelijk. In zoverre heeft M artikel 19 RVV overtreden. Bij het wegrijden van de voorligger in een situatie als de onderhavige dient de achterligger bedacht te zijn op de mogelijkheid dat de voorligger zijn auto nogmaals tot stilstand brengt. Kennelijk heeft M zulks in onvoldoende mate gedaan.’

Anders dan de kantonrechter, die de schade verdeelde, achtte de rechtbank de bestuurster
van de achterste auto voor de gehele schade aansprakelijk.


Afstand houden:

Er zijn 2 soorten manieren van afstand houden; de fysieke afstand en de sociale afstand.
Bij de fysieke afstand houdt je gewoon afstand van de andere auto mobilisten.
Bij de sociale afstand houd je rekening met andere automobilisten en ga je uit de weg als dat van jouw verwacht wordt.


Feiten bumperkleven

1. Bumperkleven is de nummer 1 irritatie factor bij automobilisten.
2. Wetsverandering 1996 (hogere boetes)
3. Bumperkleven behoort niet tot de vijf speerpunten van het Bureau Verkeershandhaving Openbaar Ministerie. De vijf speerpunten (overtredingen die tot de meeste letselschade leiden) zijn het niet dragen van de helm of gordel, het negeren van rood licht, het rijden onder invloed en het rijden met een te hoge snelheid.
4. Bumperkleven kan verminderd worden met behulp van hoogwaardige technische apparatuur. Zo wordt bij verkeerstoezicht regelmatig gebruik gemaakt van onopvallende videosurveillance (VROS-auto’s).


Doelstelling:

Gezien deze feiten is het belangrijk dat dit probleem verminderd wordt vanwege gevaarlijke verkeerssituaties en dergelijke. Vandaar dat deze campagne gevoerd wortdt.
De doelstelling is daarom ook:
Het bewust maken van de burgers(automobilisten) van de gevaren van het bumperkleven en hierdoor een positieve gedragsverandering te bereiken.


Zenders:

Overheid (Ministerie van Justitie):
Om deze doelstelling te verwezenlijken moet vastgesteld worden wie deze boodschap kunnen zenden. De overheid (ministerie van justitie) wordt hier aangemerkt als eerste zender. Zij kunnen de wettelijke grenzen stellen waarbinnen men zich kan bewegen.
Doelgroep:
Hier is de doelgroep beide bestuurders, voorste rijder en bumperklever. Dit zijn mensen die haast hebben, agressieve rijders of de ongeduldige rijder. Verder heb je de trage auto in de linkerbaan en linksrijders die weigeren naar rechts te gaan terwijl er sneller verkeer achter hen rijdt.

Politie:
Hier komt de tweede uit voort, de politie. Zij geven huftercursussen die verplicht zijn bij een aantal overtredingen. Dit kost de bestuurder 774 euro en daardoor zal hij wel twee keer overna moeten denken om weer een overtreding te begaan. Het bumperkleven is dan ook een onderdeel van de cursus.
Doelgroep:
Hier is de doelgroep de agressieve bumperklever. Deze persoon maakt altijd overtredingen en blijkt nooit te leren van zijn overtredingen.

Verzekeringsmaatschappijen:
Als laatste zender worden de verzekeringsmaatschapijen uitgeleidt. De verzekeringsmaatschappij heeft er zeker baat bij dat automobilisten er bewust van worden dat ze voorzichtiger moeten rijden, aangezien dat voor hen veel geld gaat kosten. Zij kunnen pamfletten toevoegen bij de verzekering die men thuisgestuurd krijgt.
Doelgroep:
Hier is de doelgroep alle automobilisten die verzekerd zijn.

Milieu:
Daarnaast is afstand houden beter voor het milieu omdat je auto minder moet remmen en optrekken waardoor hij minder vervuilende stoffen uitstoot en minder brandstof verbruikt.